Mobile

Review: B&O BeoPlay H3

De H3 van B&O is een in-ear hoofdtelefoon met een vrij aparte opbouw. Niet zozeer op intern vlak – het is een klassieke, dynamische hoofdtelefoon met een geventileerde aluminium behuizing die gebruikmaakt van een enkele 10,8 millimeter driver in elk oortje – maar vooral wat de vorm van de behuizing betreft.

Zo staan de extensiestukjes die in je oren verdwijnen onder een lichte hoek op de eigenlijke behuizing, wat in combinatie met de vier verschillende formaten ooradapters (XS, S, M en L) voor een natuurlijke pasvorm zorgt waarbij de behuizing van de oortjes niet hinderlijk tegen de oorschelp aan drukt.

De behuizing van de H3 – wij ontvingen de grafietzwarte versie, maar er bestaat ook een rode en zilverkleurige variant – bestaat zoals eerder gezegd uit aluminium, waardoor de set solide maar licht (amper 13 gram) aanvoelt.

Voor de verbinding met je smartphone of tablet is er een vast aangehechte, dunne kabel van 120 centimeter aanwezig, inclusief iOS-compatibele remote met microfoon. De plaatsing van die laatste – nog geen 20 centimeter onder het linkeroortje – zorgt voor een minder goede bereikbaarheid, maar plaatst de interne microfoon wel dicht bij de mond voor meer belcomfort.

Aan de apparaatkant loopt de kabel uit op een fijne, rechte 3,5 millimeter plug, waarvan de huls opnieuw in aluminium is afgewerkt

Verder krijg je van B&O ook nog een opbergdoosje bij de H3 – een compacte hardcase met een ingebouwde kabelhaspel – en een vliegtuigadapter.

,

Aangezien de pasvorm van een in-ear set een grote invloed heeft op de weergavekarakteristiek ervan – en dan vooral op de lage tonen – gaan we eerst op zoek naar een stel passende adapterstukjes.

Uiteindelijk blijken de M-exemplaren voor de beste 'fit' te zorgen. Deze adapterstukjes verankeren de H3 vast in de oren zonder oncomfortabel te worden, zodat de hoofdtelefoon makkelijk op z'n plaats blijft zitten.

Voor onze luistertest sluiten we de hoofdtelefoon aan op een Meier Audio-desktopversterkertje en zetten we een gevarieerde afspeellijst klaar in Foobar, waarbij we van start gaan met een verzamelaar van Willy Nelson.

Bij dit soort oudere tracks zit er steevast behoorlijk wat ruis en andere onvolkomenheden in de opname. Bij een uitermate transparante, heldere hoofdtelefoon stoort dat weleens, maar de B&O springt handiger om met dit fenomeen.

Hij is niet zo streng dat elk spikkeltje ruis genadeloos versterkt en uitvergroot wordt, maar het geluid is nog steeds transparant en gedetailleerd genoeg om mooie opnames te onderscheiden van de mindere goden. Een afstelling die perfect bij het beoogde inzetgebied – smartphones en tablets – aansluit, wat ons betreft.

Die meer dan bevredigende detailweergave koppelt de H3 aan een uitstekende ruimtelijkheid en imaging – zeker naar in-ear normen – waardoor je al snel het gevoel krijgt dat je 'in' de muziek zit. Zo wordt de stem van Willy Nelson netjes centraal geplaatst in de weergave, terwijl de vocale en instrumentale begeleiding vanuit het linker- en rechterkanaal weerklinken.

De fysieke afstand tussen de kanalen lijkt daarbij echt opvallend groot, zonder dat dat ten koste gaat van een genuanceerd, samenhangend geluid – een erg mooie prestatie. Bovendien wordt de schaalafbeelding ook correct aangepast aan de muziek die speelt, zodat het totaalplaatje ruimtelijk gezien natuurlijk blijft klinken. 

 


,

Helaas heeft de H3 ook een duidelijke achillespees, en die zit 'm in de laagweergave. Zo horen we in rustige nummers zoals 'Hello Walls' of 'Crazy' een lekkere, rustige bastoon in de muziek waar best wat gewicht en diepgang in zit, waardoor onze testtracks een rijk en verfijnd karakter krijgen. 

Maar wanneer we overschakelen naar opzwepende muziek die gedragen wordt door een diepe, slopende baslijn (zoals 'Release Yo 'Delf (Prodigy Remix)' van Method Man), blijven we plots op onze honger zitten wat diepgang, impact en slam betreft.

Het voelt een beetje aan alsof er onderaan in het laagbereik van de B&O H3 een piekje zit – een punt waarop de laagweergave een beetje wordt aangedikt – waardoor het eens zo sterk opvalt dat er onder die frequentie niet veel meer te beleven valt.

Daardoor krijgt de laagweergave enigszins een dubbel gelaat: het ene moment krijg je een heel volwassen geluidsbeeld te horen, het andere moment geeft de H3 gewoon verstek. 

Ondanks het op papier eerder beperkte hoogbereik – Bang & Olufsen geeft een frequentierespons op van 20 tot 16.000 Hz – blijkt daar in de praktijk genoeg leven in te zitten om de luisterervaring meer dan interessant te houden. 

Stemmen lijken net iets helderder te worden weergegeven dan we gewend zijn, maar verder valt er erg weinig negatiefs op aan te merken.

,

Met de H3 voegt Bang & Olufsen een fraai gelijnde én gebouwde in-ear hoofdtelefoon toe aan de BeoPlay-lijn.

Maar de H3 heeft meer in huis dan alleen maar mooie looks. Op klankmatig vlak zijn we echt onder de indruk van de ruimtelijkheid en de precieze imaging, die beide een uitstekende indruk achterlaten. 

Helaas zorgt de weinig consequente basrespons ook voor een duidelijk kritiekpunt op het rapport van de H3, waardoor we het aan het eind van de rit toch bij een viersterrenscore moeten houden.

Dat neemt niet weg dat we de B&O BeoPlay H3 een opmerkelijke in-ear hoofdtelefoon vinden, die met name voor liefhebbers van rustige, akoestische muziek het nodige te bieden heeft.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.