Beeld

Het Europese energielabel voor tv’s onder de loep

De elektriciteitsprijzen swingen al een tijd de pan uit, iets waar je als consument weinig aan kan veranderen. Wat je wel zelf kan doen, is je energiekosten onder controle houden door het stroomverbruik in huis te beperken.

In het grotere plaatje verdienen onze televisies wat specifieke aandacht als het over het stroomverbruik gaat, en dat om twee verschillende redenen. Ten eerste was het verbruik van een tv-toestel tot een tweetal jaar geleden echt wel pittig te noemen. Omdat een doorsnee consument niet om de drie jaar van televisie verandert, is dat een factor waar heel wat mensen ook vandaag nog rekening mee moeten houden. Ten tweede draaien onze televisies lange uren in de woonkamer, waardoor het totaalverbruik per jaar oploopt. De toename van het aantal functies op moderne tv’s maakt het zelfs nog aantrekkelijker om langer voor de buis te blijven hangen.

Gelukkig hebben alle televisiefabrikanten de voorbije jaren sterk gewerkt aan het inperken van het stroomverbruik, een tendens die zich ook in 2012 gewoon lijkt verder te zetten. Kortom, je volgende toestel zal sowieso efficiënter met energie omspringen.

,

Voor we het nieuwe Europese energielabel ontleden, gaan we eerst even dieper in op het verbruik van onze televisies. Er zijn immers een aantal makkelijk identificeerbare kenmerken die het stroomverbruik kunnen beïnvloeden.

Op de eerste plaats is er de beeldtechnologie van je televisie: LED-LCD, LCD of plasma. Plasmatoestellen laten in regel het hoogste stroomverbruik noteren, LED-toestellen het laagste. Klassieke LCD’s zitten tussen die twee in, al leunen ze duidelijk dichter aan bij LED.

Een tweede factor is de ouderdom van een toestel. Zeker voor minder recente plasma-tv’s is dat een niet te onderschatten factor, want daar is de voorbije jaren het meest vooruitgang geboekt. Een 42-inch plasmascherm uit 2008 laat al snel een verbruik van 300 watt of meer optekenen, maar ook een 42-inch LCD uit die periode slurpt vlot 150 tot 200 watt op.

En dan is er uiteraard het schermformaat. Grote schermen verbruiken inderdaad meer dan kleine, maar vergis je niet: het verbruik loopt niet lineair op. Als we het verbruik in functie van het schermoppervlak zien, dan blijkt veelal dat grotere schermen iets minder energie per oppervlakte-eenheid gebruiken dan hun kleinere tegenhangers. In absolute cijfers blijven écht grote schermen (we denken dan aan 50 inch en groter) natuurlijk wel beduidend meer verbruiken. Onderstaande tabel geeft een overzicht van twee top-end modellen uit 2011, een plasma- en een LED-toestel.

,

Panasonic VT30 reeks          
Schermmaat (inch) Schermoppervlak (dm²) Verbruik (watt) Verbruik/Opp (watt/dm²) Verbruik op jaarbasis (kWh) Kost op jaarbasis (euro)
42 48,6 156 3,21 228 47,83
50 68,9 190 2,76 277 58,25
55 83,4 222 2,66 324 68,07
65 116,5 311 2,67 454 95,35
Samsung D8000 reeks          
Schermmaat (inch) Schermoppervlak (dm²) Verbruik (watt) Verbruik/Opp (watt/dm²) Verbruik op jaarbasis (kWh) Kost op jaarbasis (euro)
40 44,1 83 1,88 121 25,45
46 58,3 80 1,37 117 24,53
55 83,4 108 1,3 158 33,11
60 99,2 145 1,46 212 44,46


Een overzicht van de Panasonic VT30- en de Samsung D8000-reeks in verschillende schermformaten. Merk op dat grotere modellen in relatieve cijfers soms minder energie verbruiken per oppervlakte-eenheid. In absolute cijfers verbruiken ze natuurlijk nog steeds meer. Vermits het om topmodellen gaat, ligt het verbruik trouwens iets hoger dan bij een toestel uit het middensegment.

,

Wat kost je televisiegebruik je eigenlijk concreet op jaarbasis? We gebruiken daarvoor dezelfde veronderstellingen als bij het energielabel: de televisie staat elke dag vier uur aan, en dat 365 dagen per jaar. Als energieprijs gaan we uit van 21 eurocent per kWh.

Je eigen kost reken je dan eenvoudig uit als volgt: ‘verbruik van de televisie in kW’ x 4 x 365 x 0,21. Of eenvoudiger: ‘verbruik van de televisie in watt’ x 1,46 x 0,21. Ook die cijfers hebben we in de tabel geplaatst. Het verschil tussen de grootste en kleinste LED bedraagt ongeveer 20 euro, maar voor het plasmatoestel loopt dat toch al op tot 50 euro.

,

Het grootste voordeel dat je als consument uit het energielabel haalt, is transparantie en uniformiteit. Alle fabrikanten zijn nu verplicht om hun energieverbruik op dezelfde manier te meten en rapporteren. Dat maakt vergelijken in de winkel heel wat makkelijker.

Het nieuwe Europese energielabel wordt toegekend op basis van de ‘Energie Efficiëntie Index’ of EEI van het toestel. Met wat rekenwerk en de technische gegevens van je televisie erbij, kan je zelf berekenen welk energielabel bij het toestel hoort.

De EEI is de verhouding van het typisch verbruik (P) tot een referentieverbruik (Pref), met andere woorden EEI = P/Pref. Het typisch gebruik wordt gemeten op basis van de IEC 62087 2nd Ed.-norm, die je gewoon terugvindt bij de specificaties van je tv. Pref wordt eenvoudig berekend op basis van het schermoppervlak: Pref = Pbasis + A x 4,3224, waarbij A het schermoppervlak is in dm². Achter Pbasis kunnen verschillende waarden schuilgaan. Voor televisies met één tuner en zonder harde schijf is Pbasis 20 watt, voor schermen met een harde schijf of twee of meer tuners is Pbasis 24 watt. Heeft de televisie een harde schijf én twee of meer tuners, dan is Pbasis 28 watt.

De labels gaan momenteel van A tot G, al kunnen fabrikanten nog beter doen met de labels A+, A++ en A+++. Vanaf 1 januari 2014 verdwijnt de G-rating, vanaf 1 januari 2017 ruimt ook de F-rating het veld, en vanaf 1 januari 2020 moet ook de E-rating wijken.
Een overzicht van welke EEI-waarde recht geeft op welk label vind je in de onderstaande tabel.

,

Energie Efficiëntie Klasse Energie Efficiëntie Index (EEI) Typisch verbruik (P in Watt) van een 40" toestel om in deze klasse te vallen
A+++ EEI < 0,10 P < 21
A++ 0,10 ≤ EEI < 0,16 21 ≤ P < 34
A+ 0,16 ≤ EEI < 0,23 34 ≤ P < 49
A 0,23 ≤ EEI < 0,30 49 ≤ P < 64
B 0,30 ≤ EEI < 0,42 64 ≤ P < 90
C 0,42 ≤ EEI < 0,60 90 ≤ P < 129
D 0,60 ≤ EEI < 0,80 129 ≤ P < 172
E 0,80 ≤ EEI < 0,90 172 ≤ P < 193
F 0,90 ≤ EEI < 1,00 193 ≤ P < 215
G 1,00 ≤ EEI 215 ≤ P

Deze tabel toont welke EEI (Energie Efficiëntie Index) een televisie moet hebben om een bepaald label te dragen. In de laatste kolom hebben we als voorbeeld uitgerekend hoe hoog het verbruik van een 40-inch toestel met twee tuners mag zijn voor een bepaald label.

 

,

1 • Merknaam

2 • Modelnummer

3 • Energie Efficiëntie-klasse, gaande van A+++ tot G

4 • Energieverbruik in watt van de televisie met ‘Standaard’-thuisgebruikinstellingen

5 • Jaarlijks energieverbruik van de televisie in kWh, berekend op basis van 4 uur dagelijks gebruik, 365 dagen per jaar

6 • Zichtbare schermdiagonaal in inches en centimeter

7 • Televisies met een duidelijke zichtbare aan/uit-schakelaar die het toestel uitschakelt zodat het verbruik lager dan 0,01 watt ligt mogen dit symbool weergeven

,

Hoe het stroomverbruik wordt gemeten, is vastgelegd in de IEC 62087 2nd Ed.-norm. Die bepaalt niet alleen welke instellingen er moeten gebruikt worden, maar ook welke testbeelden je moet gebruiken bij de metingen. Het gaat om een videoclip van ongeveer tien minuten die representatief is voor normale televisiebeelden. Door deze metingen te verankeren in een norm, zijn ze dus perfect onderling vergelijkbaar.

Uit testen die we zelf deden is vroeger al gebleken dat metingen volgens die norm erg nauw aansluiten bij het werkelijke verbruik. Tenminste, als je het toestel gebruikt met de ‘Standaard’-beeldinstellingen. Ook met ‘Cinema’-beeldinstellingen wijkt het verbruik echter zelden sterk af van het aangegeven verbruik.

,

Het energielabel kan ook vergezeld zijn van een label waarop de ‘EU-milieubloem’ (Eco-flower) afgebeeld is. Daarvoor moet het toestel aan een aantal extra voorwaarden voldoen.

Zo mag het verbruik in stand-by maximaal 0,3 watt bedragen. Beschikt het toestel over een duidelijk zichtbare aan/uit-knop die het verbruik naar 0,01 watt of minder brengt, dan mag het stand-by-verbruik niet hoger zijn dan 0,5 watt.

Kwam het toestel op de markt tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011, dan moet het bovendien een C-energielabel of beter voorleggen. Toestellen die na 1 januari 2012 op de markt kwamen of komen, moeten zelfs minimaal een B-energielabel tonen. Het maximum verbruik van de televisie mag sowieso niet boven de 200 watt liggen.

Ook wat garantie betreft stelt de milieubloem bepaalde voorwaarden. Zo moet de garantie minimaal twee jaar bedragen en vervangingsonderdelen moeten tot zeven jaar na het stopzetten van de productie beschikbaar blijven.

Tot slot zijn er nog heel wat bepalingen omtrent het beperken van vlamvertragers en zware metalen, en moet het design van het toestel recyclage en herstelling vergemakkelijken.

Meer info over de milieubloem vind je op http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/ of op www.ecolabel.be. Je vindt er ook een overzicht van alle toestellen die het label al dragen.

,

De Europese milieubloem maakt je attent op toestellen die milieuvriendelijk zijn.


,

We haalden het al even aan: het verbruik op het energielabel komt overeen met het verbruik in de ‘Standaard’-beeldmodus. Uit onze eigen testen blijkt dat ook de ‘Cinema’-beeldmodes zelden voor resultaten zorgt die daar zwaar van afwijken.

Met de ‘Dynamisch’-beeldmodus ligt het anders: die zorgt over het algemeen wel voor een veel hoger verbruik. Aangezien hij ook nog eens voor een minder mooi beeld zorgt, vermijd je die modus dus maar beter. Naast deze vuistregels kunnen we nog de volgende tips meegeven.

  • Hoe helderder het beeld, hoe hoger het verbruik. Onderschat dit effect niet, want beelden met een maximale helderheid kunnen vlot voor een dubbel zo hoog verbruik zorgen als de ‘Standaard’-instelling. Op LCD- en LED-toestellen is de ‘achtergrondverlichting’- (‘backlight’) en ‘contrast’-instelling verantwoordelijk voor de lichtopbrengst. ‘Helderheid’ (‘brightness’) heeft enigszins verwarrend geen invloed op de lichtopbrengst, enkel op de zwartweergave.
     
  • Test het effect van de ‘Eco-instellingen’. Stel de televisie zo in dat hij na een aantal uur inactiviteit automatisch uitschakelt. Sommige modellen zijn zelfs voorzien van een sensor die detecteert of iemand voor het scherm zit. Is dat niet het geval, dan wordt het scherm automatisch uitgeschakeld.
     
  • Gebruik de lichtsensor die de helderheid van het scherm regelt al naargelang het omgevingslicht. Meestal verricht die sensor erg goed werk. Helaas staan de instellingen ervan bij zowat elk merk op een andere plaats in het menu.
     
  • Met instellingen zoals ‘Dynamische kleur’ of ‘Dynamisch contrast’ moet je voorzichtig zijn. Die kunnen het verbruik weliswaar verminderen, maar hebben soms een veel te sterke impact op de beeldkwaliteit.
     
  • Op sommige televisies kan je het beeld deactiveren, ideaal als je naar een muziekzender wil luisteren op de achtergrond. Het verbruik daalt dan drastisch.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.