Redactie

Onderzoek weerlegt schadecijfers piraterij

De miljarden dollars die antipiraterijorganisaties zoals BSA en de Amerikaanse filmindustrie (MPAA) beweren te verliezen, zijn gebaseerd op ongefundeerde cijfers. Dat zegt een Amerikaanse overheidsdienst die een onafhankelijk onderzoek uitvoerde.

Het rapport van het Government Accountability Office (GAO) benadrukt dat intellectueel eigendom belangrijk is. Patenten en andere mechanismen zorgen ervoor dat innovatie wordt gestimuleerd. Er wordt ook gezegd dat piraterij en auteursrechtenschending negatieve gevolgen hebben voor Amerikaanse bedrijven en individuen.

Maar het rapport weerlegt een aantal vaak aangehaalde strijdcijfers. Zo zeggen muziek- en filmlobbyisten, maar ook andere overheidspublicaties, geregeld dat Amerikaanse bedrijven 200 tot 250 miljard dollar verliezen door namaak. Een cijfer dat in 2002 door de FBI zou zijn gegeven. Uit het onderzoek van het GAO blijkt dat er geen gegevens of methodes zijn om aan dit cijfer te komen.

Een ander cijfer van de Amerikaanse douanediensten uit 2002 spreekt van een jaarlijks verlies van 200 miljard dollar en 750.000 jobs door namaak. In dit geval zegt de douane zelf dat de cijfers een onduidelijke oorsprong hebben en niet langer gebruikt mogen worden.

,

Sector reageert
De Copyright Alliance heeft intussen gereageerd op de overheidsstudie. In een bitsige blogpost probeert ze zich te redden door te zeggen dat het rapport "inhoudelijk dun" is en dat er wel degelijk een link is tussen piraterij en verkoop. Dat diezelfde sector al jarenlang met ongefundeerde cijfers gooit, blijft onbesproken in de reactie.

Verder in de reactie staat dat het GAO zich baseert op interviews met experts, maar niet met de sector zelf. Zo werd er veel gesproken met academici, maar niet met professionele artiesten of mensen uit de creatieve sector.

Rechtenverlenging
Een journalist van The Register bespreekt de eis voor betere copyrightwetten met een interessante kanttekening. Zo beschermde de Amerikaanse wetgeving muziekwerken aanvankelijk maximaal 28 jaar, waarbij het al dan niet in leven zijn van de artiest van belang was. Vandaag is dat 70, 120 of 95 jaar na de dood van de maker.

De journalist stelt dat de huidige wetgeving vooral goed is voor bedrijven die (overdraagbare) rechten op creatieve werken bezitten, en in mindere mate voor de artiesten zelf.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.