Redactie

Walk The Line

Zet tijdig de tv aan, want de openingsscène van Walk the Line wil je niet missen: één ettelijke minuten durende travelling – waarbij de bekende tweenotige baslijn luider en luider tegen je trommelvliezen beukt – brengt de camera over de muren van de Folsomgevangenis naar een joelende menigte van bajesklanten, die vol verwachting naar het podium kijken. En dan komt hij op. Dames en heren: Johnny Cash!

Walk the Line is een biopic over het leven van de countryzanger, maar vergeet eventjes de vaste canon van dat genre. Jazeker, er wordt kwistig met flashbacks en andere vaste vormelementen gestrooid, maar acteur Joaquin Phoenix en regisseur James Mangold wroeten dieper in de psyche van Cash dan in een gewone biografische prent wordt gedaan: onderhuids begint het snel te dagen dat de teleurgestelde vader van de countryzanger (gespeeld door Robert Patrick) de drijvende invloed is geweest in al zijn goede en foute keuzes.

Uiteraard worden ook de klassieke pieken en dalen uit de levensloop van Cash, die drie jaar voor de lancering van de film overleed, niet gespaard: het gaat van zijn memorabele methamfetamine-overdosis tijdens een optreden (Phoenix doet het lijken alsof Cash bezeten werd door Satan hemzelve) naar de momenten waarop zangeres June Carter – een stralende Reese Witherspoon – hem een morzel geluk toewerpt.

Dinsdag 15 november op 2BE om 20u45

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.