Mobile

Review: Apple iPhone 5s

Je moet al goed kijken om het verschil te zien tussen de iPhone 5 van vorig jaar en de iPhone 5s die Apple in september voorstelde. Dat is niet per se een slechte zaak, integendeel. De iPhone 5 van vorig jaar (of moeten we zeggen: collectie 2012, zoals in de modewereld?) was op z'n beurt een gefijntunede versie van de iPhone 4s. Het draaide toen vooral rond het inbouwen van een groter 4-inch scherm en het aanzienlijk lichter maken van de behuizing. Belangrijke zaken, die het iPhone-concept op punt hebben gezet.

Grotere veranderingen waren dus eigenlijk niet vereist. Sommige mensen wijzen misschien naar het succes van 'phablets', die reuzetelefoons met scherm van 5 tot soms meer dan 6 inch diameter. Zoveel verkopen die toestellen nu ook weer niet, wat vermoedelijk de reden is waarom de iPhone bij 4 inch blijft. Dat heeft zijn voordelen: de combinatie van het lichte gewicht van 112 gram en het compacte formaat maken de iPhone een zeer handzaam toestel voor mensen die veel onderweg mails, sociale media en sites checken.

Bij de iPhone 5s is het ontwerp in grote delen hetzelfde gebleven. Het meest in het oog springend zijn de nieuwe kleuren.

Je kan nu naast wit opteren voor ‘space grey’ (als alternatief voor zwart) en een nieuw goudkleurige versie. Persoonlijk val ik niet voor goud, maar naar het schijnt scoor je daarmee wel in China en bij maffiosi. In termen van design blijft de iPhone een icoon, met een solide bouwkwaliteit. De achterkant – met name het Apple-logo – toont wel snel krasjes. 

Ons advies is dat je voor een smartphone van deze waarde best meteen investeert in een of andere vorm van bescherming. Of het nu gaat om een iPhone of een dure Android, de meerprijs van een schermbeveiliger en/of case is het zeker waard. Je toestel wordt er bijna zeker lelijker mee, dat klopt, maar anders word je heel snel geconfronteerd met een hoop krassen op het scherm en de achterkant. 

,

Apple positioneert zich graag als design-koploper, maar helemaal ongevoelig voor markttrends zijn ze nu ook weer niet in Cupertino. Wellicht daarom dat er naast de iPhone 5s een (iets) goedkopere en kleurige iPhone 5c verschijnt, die in het iPhone-assortiment de positie van de middenklasser inneemt.

Als instapmodel blijft de oude iPhone 4s fungeren, aan een prijspunt van 399 euro. Niet bepaald een prijs dat als je als 'budget' kan omschrijven, maar dit is dan ook Apple – een bedrijf dat absoluut niet mikt op de onderkant van de markt.

Wat ons betreft is de iPhone 4s een te vermijden product. Het geringe geheugen van 8 GB is te weinig, zelfs als je een maar bescheiden aantal apps installeert, en de gebruikte hardware is niet future-proof. We durven er gif op nemen dat een iPhone 4s bij de volgende update van iOS – wellicht volgend jaar – minder vlot zal draaien.

De iPhone 5c is een ander verhaal. Grote verschilpunten met de iPhone 5s zijn de kunststoffenbehuizing, de iets minder goede camera, het iets hogere gewicht (132 gram) en het ontbreken van een 64-GB versie. Het cruciaalste onderscheid zit hem bij de hardware. De iPhone 5c gebruikt in essentie de elektronica van de iPhone 5 van vorig jaar.

De A6-chip van de iPhone 5 en iPhone 5c is zeker niet voorbijgestreefd. Wie zijn iPhone 5 geüpdatet heeft naar iOS 7, zal niet echt veel vertragingen opmerken, en ook de iPhone 5s draait best wel soepel. De kans bestaat wel dat bij een latere iOS-update de iPhone 5c minder vlot zal reageren dan de iPhone 5s. Of dat al bij een volgende update het geval zou zijn, lijkt ons echter sterk.

Ondanks de behuizing uit kunststof is de iPhone 5s best een mooie telefoon. Het is ook verkrijgbaar in een vijftal kleuren, waaronder een fel rood. Nokia – die met de Lumia's al een tijdje inzet op opvallende tinten – insinueerde al dat Apple zijn inspiratie voor de kleurtjes bij hen haalde. 

Het grootste probleem bij de iPhone 5s is de prijs. Het verschil met de iPhone 5s bedraagt honderd euro, wat gegeven de totaalprijs een relatief kleine kloof is. Vooral omdat je met de iPhone 5s een aantal features krijgt die de meerprijs waard zijn, naast het feit dat de iPhone 5s meer future-proof is.

Zou de prijs van de iPhone 5c dalen naar pakweg 499 euro, dan zouden we het apparaat hoger op ons verlanglijst zetten. Aan 599 euro is het echter te duur geprijsd voor wat het is.

,

Terug naar de iPhone 5s. Apple was de eerste die een smartphone een scherm met een hoge resolutie cadeau gaf. De iPhone 5s beschikt nog altijd over dit Retina-display, met een resolutie van 1.136 × 640 (336 ppi). De kwaliteit van het scherm is waanzinnig goed, met prachtige kleuren die tegelijkertijd niet overlevendig zijn zoals op sommige AMOLED-displays. Het is ook vrij goed leesbaar in zonlicht.

Een Retina-scherm (Retina is een merknaam van Apple, nvdr) is vooral heel scherp. De 336 pixel per inch zijn meer dan het oog van een doorsnee mens kan ontwaren, waardoor teksten in het bijzonder heel aangenaam lezen. Dit pluspunt weegt meer door als je inderdaad vaker naar het schermpje zit te turen, bijvoorbeeld omdat je veel mailtjes onderweg leest.

Qua scherpte is Apple echter niet langer de koploper. Omdat de meeste concurrenten uitgerust zijn met een 1.080p-display (1.920 x 1.020), kunnen ze uitpakken met hogere ppi’s. Zelfs smartphones met grotere schermen blijven scherper.

,

Er wordt veel heisa gemaakt over de vingerafdruksensor waarmee je de telefoon kan ontgrendelen. Het idee is goed gevonden van Apple, goed uitgewerkt en ook best handig. Maar zo belangrijk is het nu ook weer niet; de tijd die je wint door je vinger te plaatsen op de sensor ten opzichte van even snel met een veegbeweging het scherm te ontgrendelen is minimaal. Voor ons is Touch ID geen voldoende reden om voor de iPhone 5s te kiezen.

Vooral omdat het nog niet mogelijk is om een vingerafdruk te gebruiken binnen apps, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot je Facebook-account of als authentificatie bij een aankoop op Amazon. Misschien komt dat nog in een latere software-update, en dan wordt de vingerafdruksensor meteen heel wat relevanter.

Bij de presentatie van de iPhone 5s maakte Apple veel van de nieuwe hardware in de telefoon. De A7-processor is 64-bit, wat volgens Apple toekomstgericht is, maar wat dat concreet voor de consument gaat betekenen moet nog blijken. Intrigerender is dat de toevoeging van de M7-chip, een aparte processor die zich bezighoudt met de data afkomstig uit de sensors van de iPhone. Denk dan bijvoorbeeld aan de gyroscoop of het kompas. In eerste instantie lijkt dat nut te hebben voor games, die nu sneller en accurater op bewegingen gaan kunnen reageren. Maar het is niet ondenkbaar dat ook gezondheid-apps er iets mee kunnen doen. Kortom, ook daar gaat het om iets dat nog eerder als potentieel te klasseren valt – maar wel iets minder wazig dan de 64-bit processor.

Apple doet niet mee aan de megapixelrace en houdt het op 8 megapixel. Dat is hetzelfde aantal als in de iPhone 5 (en iPhone 5s), maar er zijn wel wat veranderingen. Zo is de lens iets lichtgevoeliger geworden, wat die gênante foto's die 's avonds laat op café werden genomen nog detailrijker en scherper gaat maken. Je bent gewaarschuwd.  

Meer is niet altijd beter als het gaat om megapixels, en dus zien we die 8 megapixel niet echt als een tekortkoming. Al bij al is de camera van de iPhone 5s goed, met een indrukwekkende burstmodus waarmee je bliksemsnel tien foto’s kan nemen. De HDR-modus slaagt er in om ‘moeilijke’ foto’s toch wat meer dynamiek te geven, wat wederom weeral handig is op café en als er wat tegenlicht is. De 1.080p-videokwaliteit is puik – bij daglicht.

Foto's nemen is doodsimpel en de vernieuwde camera-interface van iOS 7 biedt net genoeg mogelijkheden. Je kan nu allerlei filters meteen toepassen op kiekjes en het menu om te delen bevat nu (te?) veel mogelijkheden, zoals Airdrop om meteen een foto naar een ander iOS-apparaat te sturen.

,

Bij FWD kijken we ook naar het gebruik van een smartphone in een home entertainment-context. Je kan niet ontkennen dat de iPhone op dat vlak een serieuze troef heeft: Airplay. Daarnaast heeft iOS het grootste aanbod aan apps om AV-apparatuur aan te sturen.

Maar Airplay is toch wel het grote geheim van de iPhone (en iPad). Ondanks de opmars van Bluetooth – dat in combinatie met NFC en aptX zowel gebruikersvriendelijker als kwalitatiever geworden is – blijft Airplay de koning voor het streamen van geluid en beeld naar speakers en andere afspeelapparaten. Streamen van audio gebeurt via de Apple Lossless-codec.

Vooropgesteld dat zowel de iPhone als het doelapparaat (bijvoorbeeld een speaker) op hetzelfde WiFi-netwerk zit, is muziek doorsturen een kwestie van een druk op de knop. In iOS 7 is dat nog gemakkelijker geworden. De verbinding is zo gelegd via het snelmenu dat je met een verticale veegactie op het scherm tovert.

Het universum van Airplay-compatibele producten is bijzonder groot. Noem een audiomerk en wellicht bieden ze Airplay-ondersteuning aan. En als die ondersteuning is maar wel een analoge of optische wél, dan kan je een Airport Express gebruiken om het apparaat toch Airplay-mogelijkheden te geven.

Ook belangrijk is dat Airplay alle audio streamt, dus niet enkel muziek. Idem voor video trouwens, weliswaar enkel in combinatie met een Apple TV. Niet alleen kan je video's streamen, maar ook volledige apps. En dat is fijn voor games, al is de streaming van video meer onderhavig aan bandbreedteproblemen, zelfs bij vrij optimale netwerken. De gebrekkige standaardondersteuning voor mediaformaten en afwezigheid van DLNA (wel mogelijk via apps) is wat minder. 

Zowel Airplay als de opmerkingen over mediaformaten zijn overigens ook van toepassing op de iPad Air (lees hier de test) en de andere iPhones.

,

Hoewel de iPhone 5s nauwelijks grote veranderingen breng blijft de telefoon door zijn succes de referentie waaraan andere toestellen worden getoetst. Qua bouwkwaliteit, ease of use en camera is dat terecht. Op andere vlakken kan je stellen dat er concurrenten zijn die even goed of zelfs beter presteren. 

Bovendien blijft de prijsstelling van de iPhone hoog. Je krijgt er veel voor – daar twijfelt niemand bij FWD aan – maar het is een bom geld. Zeker omdat je eigenlijk als iets of wat gebruiker snel tegen de beperkingen van 16 GB oploopt. Je moet eigenlijk minstens gaan voor de uitvoering met 32 GB, en dan ben je 799 euro kwijt. 

We weten allemaal dat het Apple niet te doen is om volumes, wél om marges, maar vanuit een consumentenperspectief verandert dat niets aan de zaak en is de vraagprijs te hoog. De kloof met de concurrentie is daarvoor niet langer groot genoeg.

Het is ook voor die reden dat de iPhone niet gaat lopen met de Beste Keuze-award in het dossier premium-smartphones in FWD50. Wat niet wil zeggen dat de iPhone 5s slecht is natuurlijk. Het is een prima toestel met uitstekende features, die – als je het wilt betalen – je op geen enkel vlak zal teleurstellen.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.