Redactie

Test: BenQ W2000

De projector is afgewerkt in glanzend wit, met voor en achteraan champagnekleurige accenten. Kitsch of stijl? Dat hangt van jouw voorkeur af, zelf kunnen we het wel smaken. Verluchtingsroosters links en rechts en vooraan zorgen voor de koeling. De projector lekt ook wat licht langs die roosters, maar het stoort nauwelijks.

Een standaard set aansluitingen achteraan levert twee HDMI-ingangen, waarvan eentje compatibel met MHL voor je smartphone. Analoge ingangen, een 12V trigger, RS-232c en twee USB-aansluitingen maken de collectie volledig.

,

Bij het plaatsen is de BenQ iets veeleisender dan de concurrenten. De 1,3x zoomlens geeft je net nog genoeg bewegingsruimte qua afstand tot het scherm. Zoom en en focus laten zich makkelijk bedien op de lensring. De 10% verticale lensshift is net voldoende voor een kleine correctie, maar meer ook niet. De projector heeft een lensoffset van 105%, dus de onderste beeldrand komt net boven de lens uit. Op de salontafel, of aan het plafond zijn de meest voor de hand liggende opties.

De lens thowratio is iets korter dan bij de concurrenten, en dat betekent dat de projector minder ver moet staan om een even groot beeld te projecteren. In dit geval volstaat 2,5m om een 100 inch beeld op de muur te zetten, ongeveer een halve meter minder dan de Optoma en de Epson. In een kleinere woonkamer kan dat een leuk voordeel zijn. Wie niet direct wil investeren in een projectiescherm, maar geen spierwitte muur heeft, vindt in de menu’s een optie om de muurkleur in te stellen. De projector houdt daar rekening mee om toch correcte kleuren te produceren.

Het ventilatorlawaai stoorde ons niet met de lamp in ecomode. De BenQ is stiller dan de Optoma, maar iets luider dan de Epson. Maar zelfs in normale mode valt het lawaai nog best mee, wat betekent dat je van de volle lichtsterkte van de projector kan profiteren zonder ergerlijk achtergrondlawaai.

,

Het gebeurt niet vaak dat we een projector aanzetten en al van bij de eerste beelden spontaan denken: “Wow, dat ziet er erg mooi uit”. Vooral omdat kleurfouten meestal erg subtiel zijn, kijken we in veel gevallen toch wat langer en naar een divers aanbod beelden om een inschatting te maken. Maar de BenQ maakte een fantastische eerste indruk. Het toestel staat in de Cinema (Rec709) beeldmode, en dat levert rijke, maar natuurlijke kleuren, en fantastische goede weergave van de huidstinten. Als we de kleurmeter er bij halen, blijkt onmiddellijk dat de ‘CinematicColor’ badge op de behuizing geen versiering is. De BenQ is nagenoeg foutloos gekalibreerd. Bravo, zeker voor een projector in deze prijsklasse.

En ook de lichtopbrengst mag gezien worden. Zijn 2.000 lumen op papier zet de BenQ om in ongeveer 1.585 lumen in de Bright beeldmode. In de perfecte Cinema beeldmode haalt hij nog steeds 1.060 lumen. Zelfs bij wat omgevingslicht vul je daar nog een schermdiagonaal van 105 inch mee. De lamp in ecomode zetten schroeft de lichtopbrengst nog eens 35% terug, in dat geval beperk je je best tot 90 inch schermdiagonaal bij wat verlichting. Bij verduistering kan je zelfs tot 150 inch gaan in normale mode en 120 inch in ecomode.

Alhoewel, in dat geval moet je er wel het echte zwakke punt van deze projector bijnemen: een vrij gebrekkige zwartweergave. In de gekalibreerde mode haal je een contrast van net geen 1.700:1. Dat is te vergelijken met de Optoma, maar de BenQ maakt geen gebruik van een dynamische iris. Je kan de lamp wel in smart eco mode zetten, wat in theorie tot een verbetering leidt. Op testpatronen steeg het contrast tot 2.700:1, maar in de praktijk was daar weinig van merkbaar. Daar komt nog eens bij dat de BenQ behoorlijk wat zwartdetail verhult. Dat euvel kan je corrigeren door de Brightness te verhogen naar 51, je ziet dan meer zwartdetail, maar donkere beelden worden nog iets fletser. Met Brightness op 52 zagen we alle zwartdetail, maar was het beeld te helder om nog van een donkere scene te kunnen spreken.

,

Je mag in deze prijsklasse geen top beeldverwerking verwachten en de BenQ is daarop geen uitzondering. Matige deinterlacing van 1080i videobronnen zorgt hier en daar voor een gekartelde rand op schuine beeldranden. Ook de detectie van minder courante videoframerates loopt niet perfect en dat veroorzaakt moire-effecten in fijn detail. Met filmmateriaal gaat het veel beter, maar zet voor de beste resultaten je bronapparaat in 720p of 1080p mode.

De ruisonderdrukking levert prima werk met willekeurige ruis. Compressieruis, te herkennen aan lichte blokvorming in het beeld, pakt hij minder hard aan.

De BenQ heeft geen speciale trucjes om detail te verbeteren. De beeldscherpte is goed, wie toch een vleugje te veel scherpte merkt, laat die gewoon in het beeldmenu wat zakken. De projector toont iets meer beelddetail in snelle bewegingen dan zijn concurrenten, maar het verschil is klein. Frame interpolation ontbreekt dus bij snelle pan bewegingen van de camera zal je het beeld zien schokken.

,

Ook de BenQ is uitgerust met ingebouwde 20W luidsprekers en die zijn krachtig genoeg om niet als nutteloos bestempeld te worden. In een vaste opstelling raden we altijd een aparte geluidsopstelling aan, maar deze speakers doen perfect dienst als je de projector even verplaatst naar een andere ruimte.

De BenQ kan 3D-beelden tonen, maar een 3D-bril is een optioneel accessoire. De USB-poorten dienen enkel voor de optionele draadloze Full HD kit, waarmee je de projector zonder lange HDMI-kabels kan gebruiken. Al kan je de USB-aansluiting ook gebruiken om een Chromecast te poweren bijvoorbeeld. Voor media zijn ze helaas niet bruikbaar.

De W2000 combineert een prachtige kleurweergave en voor deze prijs een uitmuntende kalibratie met een goede lichtopbrengst en redelijke plaatsing. De matige zwartwaarde maakt de projector wel beter geschikt voor kijken bij wat omgevingslicht, eerder dan bij volle verduistering.

 

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.