Redactie

Test: Sonus Faber Chameleon

De nieuwe Chameleon-speakerreeks vervangt de Toy-familie, die al jarenlang de meest budgetvriendelijke manier bood om kennis te maken met Sonus faber.

In de hifi-wereld is Sonus faber een van die merken met een wat meer aparte positie. Het merk (deel van de Fine Sounds Group, net zoals Wadia en McIntosh) heeft zijn hoofdkwartier in het stadje Vicenza, netjes geprangd tussen Verona en Venetie¨.

Doorgaans komt de locatie van de hoofdzetel van een speakerfabrikant in FWD niet ter sprake, maar in dit geval is het wel het vermelden waard. Sonus faber maakt namelijk deel uit van de Noord-Italiaanse designtraditie waar de modehuizen van Milaan en auto-ontwerpers als Pininfarina en Bertone ook deel van uitmaken, en dat een sterke nadruk legt op luxueuze materialen.

Speakerlijnen als de Venere en Olympica – om maar te zwijgen van echte premiumtoestellen, zoals Il Cremonese – etaleren allemaal aparte designs en een waanzinnig mooie afwerking en materialenkeuze. Het zijn van die luidsprekers die zelfs als er geen klank uitkomt toch het hart beroeren.

,

Maar het zijn wel stuk voor stuk luidsprekers waar je toch een bovengemiddeld budget aan moet besteden. Zonder twijfel de moeite waard, maar zeker niet voor iedereen weggelegd. Daarom had Sonus faber ook altijd een meer toegankelijke speakerlijn, een rol die was weggelegd voor de Toy-familie.

De Toys-speakers werden dit najaar echter vervangen door een nieuwe lijn, Chameleon, die veel meer dan zijn voorgangers de designtaal van Sonus faber vertolkt. Die naam is niet lukraak gekozen overigens, want een van de eigenschappen van deze speakers zijn verwisselbare zijcovers. Deze covers veranderen geeft de Chameleon-speakers meteen een heel andere look.

Er zijn verschillende kleuren beschikbaar, van glanzend zwart tot een fel Ferrarirood, en zeker bij de vloerstaander zorg je voor een hele transformatie door de zijcovers door een nieuwe kleur te vervangen. Dat is een godsgeschenk voor mensen die wel eens hun interieur veranderen, want zij kunnen zorgen dat hun luidsprekers altijd passen bij de nieuwe meubels en muurdecoratie.

Ook het overige deel van de in Italie¨ handgemaakte luidsprekerbehuizing is piekfijn afgewerkt. Dat met een niet alledaagse materiaal, toch niet in speakerland: leder. Met uitzondering van de voorkant en de plaatsen waar je de covers plaatst, is een Chameleon-speaker bedekt met een fijne, zwarte leder.

Klinkt dat wat kinky in de oren? Nou, dat valt wel mee. Het leder is vrij subtiel, elegant ook, dankzij de afgeronde hoeken op het speakercabinet en het mooie patroon dat doet denken aan retrocamera’s. Nadat ze rustig een tijdje in de testruimte te stonden, raakte ik meer en meer gecharmeerd door de vorm.

Er zijn zeker meer outspoken speakers op de markt – de KEF Muon, iemand? – en de Chameleon bereikt een goed evenwicht tussen een apart ontwerp en iets dat toch vrij universeel blijft. Voor sommige ‘echte’ hifi-liefhebbers klinkt dit allemaal misschien wat frivool. Maar ook aan de kant van kastinrichting en drivers is er best wel wat gebeurd.


,

De Chameleon-familie bestaat uit drie modellen: de T, B en C. Die lettercode ontcijferen is niet zo moeilijk, want T staat voor ‘Tower’, B voor ‘Bookshelf’ en C voor ‘Center’. De aanwezigheid van die laatste geeft aan dat Sonus faber de Chameleon-reeks ziet als geschikt voor muziek maar ook voor home theatre-toepassingen.

Voor deze test kreeg ik de T en B op bezoek, uitgerust met een assortiment van gekleurde covers. Importeur Audiac stuurde motor een Arcam FMJ-A39 mee, een merk dat ze eveneens verdelen in Nederland.

De T zijn niet de grootste vloerstaanders, waardoor je ze eenvoudig kan opstellen en verplaatsen. Dat is altijd handig als je wil experimenteren met de plaatsing en de optimale sweet spot.

De Chameleon-vloerstaander is een 3-wegontwerp in een geventileerde kast, met twee 180 mm woofers voor het laag, een 150 mm middendriver en een 1-inch driver. De speaker helt wat naar achter, wat dynamischer oogt en bij een juiste plaatsing het geluid netjes op oorhoogte aflevert.

Ook de B gaat voor een hellende voorkant, maar de kast is wel allesbehalve klassiek te noemen. Van de zijkant is hij trapeziumvormig, breder aan de basis dan aan de top. Met een gekleurde cover wordt deze vorm echt benadrukt.

Ik vond de B best knap, maar de bredere basis sluit plaatsing op een smallere boekenplank uit. Ook qua stands ga je even moeten zoeken naar een juiste match.

De B is een 2-wegspeaker, wederom met een geventileerde kast, en met een 29 mm tweeter en 150 mm driver.

De centerspeaker, die Audiac spijtig genoeg niet beschikbaar had en we niet hebben getest, komt op papier weer conventioneler over. De C heeft een gesloten kast met een centrale 1 inch tweeter en twee 6-inch midrange/bas-drivers.

,

We hebben de B en T uitgebreid op de testbank kunnen leggen, en lieten daarbij weer een heel uitgebreid muziekselectie het revue passeren.

De T bleek zich daarbij snel te tonen als een speaker die detail en presentatie naar voren schuift. Bij ‘Charlie Haden & Jim Hall: Live from the International Jazz Festival, Canada, 1990’ kon ik snaaraanslagen bij de contrabas opvallend goed horen, terwijl het geklap van het publiek heel ruimtelijk overkomt. Het kwam heel dicht bij een live-gevoel.

Schakel ik over naar Daft Punk en Radiohead, dan valt op dat de bas wel heel strak is, zelfs een beetje understated bij lagere volumes, terwijl je wel consistent detail bij alle volumes ervaart. Dit zijn speakers die bij bepaalde genres echt tot hun recht komen bij wat hogere volumes. En dan klinkt het ook zeer goed. Het gaat dan trouwens niet over schuil- achter-je-zetel-volumes, maar een redelijk volume om echt naar muziek te luisteren.

De Chameleon T lijkt gemaakt te zijn voor opera, denken we bij het beluisteren van ‘Mahler: Das Lied von der Erde’ uitgebracht op Deutsche Grammaphon. Dit is een prachtige opname om mee te beginnen en zowel op de Arcam als mijn Marantz PM11S2 is de presentatie perfect naar operahuisnormen. Je doet je ogen toe en je hebt gevoel van wat meer achteraan in de zaal te zitten, in een loge.

De ruimtelijke presentatie van de Chameleon T is gewoonweg zeer goed. Dat gevoel van een concerthal zullen sommigen misschien ervaren als wat afstandelijk, voor anderen is dit toch wel dicht bij een echt concert.

En dan de B. Daar kijken we eigenlijk nog wel wat meer van op. De enorme zin voor detail en wat aanvankelijk bescheidenere prestaties in het laag zijn hier ook aanwezig, blijkt bij het horen van elke snaarverandering en slide in het in dit tijdperk toepasselijk lied ‘Lampedusa’ van Toumani Diabate´.

Bij ‘Vulnica’ van Bjo¨rk is haar stem heel rijkelijk weergegeven, met die aarzelende, Ijslandse tonen is dat heel mooi. De diepe bastonen in Stonemilker duiken niet zo diep als we al gehoord hebben, maar zijn eigenlijk toch wel straf voor een bookshelf van dit formaat.‘FourFiveSeconds’ van Rihanna en Paul McCarthy komt krachtig uit de hoek, de orgels vloeien echt uit de speaker. Yann Tiersens ‘Les Jours Tristes’, Becks ‘Morning’… liedjes die ik met veel plezier uit deze compacte speakers hoorde rollen.

,

Over het design van de Chameleon kunnen we een echte lofzang afsteken, maar uiteindelijk zal de appreciatie ervan afhangen van persoonlijke smaak. Op vlak van materialen en bouwkwaliteit zitten de Chameleon echt wel goed.

De gekleurde covers zijn wederom een kwestie van smaak, maar hun glanzende afwerking oogt naar mijn gevoel zeer mooi. De prijs van nieuwe covers is ook redelijk, zodat je ze kan vervangen zonder een berg geld uit te geven. Mooie speakers voor hun prijs.

Als ik een rangschikking moet maken, dan zou ik wellicht de B op eerste plaats zetten qua goed geluid voor een redelijke kost. De T is een prima vloerstaander, met een heel sterke heldere presentatie, maar het is de Chameleon B die wat mij betreft voor zijn prijs een zeer goede klank levert.

Gerelateerde artikelen

Reacties zijn gesloten.